Mr. R.J.Th. van der heijden (1898 - 1981) is geem open bestuurder. Wel iemand die op de juiste momenten aan de juiste politieke en maatschappelijke toutjes weet te trekken. Een man met druf, inzicht en beleid, die dat gedreven ten uitvoer brengt, maar zonder al te veel tegengas te dulden. Een pietje Precies en altijd werkend volgens een vooropgezet plan. Eigengereid, streng en rechtvaardig. Het is een haast stereotype beeld dat staat voor de invloedrijken van de jaren vijftig van de vorige eeuw; de machtige drie-eenheid burgemeester, pastoor en dokter op het katholieke platteland. In juni 1948 wordt mr. R.J.Th. van der heijden burgemeester van Loon Op Zand. Een benoeming die van enorm belang is voor de ontwikkeling van de Efteling als toeristische strekpleister en als extra bron voor de plaatselijke economie. Die bestaat eenzijdig uit schoen- en leerindustrie. Té eenzijdig, vindt Van der Heijden. Hij ziet al direct na zijn ambtsaanvaardig kansen in de plannen die de pastoor De Klijn en kapelaan Rietra schoorvoetend vormgeven ten zuiden van Kaatsheuvel. Van der Heijden mengt zich vanaf de eerste dagen van zijn burgemeesterschap al in de opbouw en groeikansen van het toenmalige Sportpark.

De voorzittershamer van de stichting Natuurpark de Efteling pakt hij voor het eerst op op 8 juni 1950. Het is ook de eerste vergadering van de nieuwe stichting. Daarin legt de burgemeester meer invloed en daadkracht bij de gemeente en impliciet bij zichzelf. Bovendien durft hij als een ondernemer te wapperen met geld. In de eerste jaren schuift hij het voor die tijd enorme grote bedrag van € 453.000 van de gemeentekas naar die van de stichting. Omdat hij gelooft in de potentie van de Efteling en in zijn eigen kunnen. Vanonder zijn voorzittershamer rolt de ene voortvarende beslissing na de andere. In hoog tempo weet Van der Heijden 65 hectaren grond te verwerven en een palet vol recreatieve attractie te ontwikkelen. Zonder enige voorbeelden, want het toeristische aanbod in deze vorm is uniek. De stap die het meest bepalend zal zijn voor de verdere ontwikkeling van de Efteling als Efteling kondigt de stichtingsvoorzitter officieel aan in de bestuursvergadering van 1 april 1952. Hij zet de plannen uiteen die hij heeft voor een Sprookjesbos. ‘Spoedshalve’, zo staat in de notulen, ‘werd een ander reeds door het dagelijks bestuur voorbereid.’ Het tekent de wilskracht en bestuursstijl van Van der Heijden die, samen met pastoor De Klijn en Jac. Smit, ook in dat dagelijks bestuur zit. Al veel eerder, achter de schermen en in de wandelgangen, zet hij de lijnen uit die leiden tot een sprookjestuin. De impulsen daarvoor geeft zijn vrouw hem aan de eettafel thuis. Zij vindt in 1951 dat er een stunt nodig is om in de toekomst meer publiek te trekken. Voor de technisch-creatieve invulling van het plan schakelt hij zijn zwager, de cineast Peter Reijnders in, die op zijn beurt Anton Pieck overhaalt in het avontuur te stappen. Van der Heijden blijft officieel tot 1 januari 1972 voorzitter van de stichting. Hij blijft in functie tot halverwege 1971. Hij verterkt wegens ‘interne onrust’.

Terug naar Grondleggers