Meer WonderWereldWeb:
Het Stoute Prinsesje
Er was eens, lang geleden, een koning en een koningin die een mooie dochter hadden. Ze waren zielsgelukkig met hun lieve kleine prinsesje.
Op een avond, het meisje was intussen zeven jaar oud, bracht de koningin haar naar bed. Ze stopte haar in eens lekker in en zei:
Dag mijn prinsesje, mijn dochtertje-klein
Voor eeuwig zal jij mijn lieveling zijn
'Hé, dat rijmt!' lachte de prinses. Ze ging weer rechtop zitten, dacht even naen zei:
Dag koningin, mijn moedertje-fijn
Voor eeuwig zal ik jouw lieveling zijn
'Wat knap!' zei de koningin. 'ik wist niet dat jij zo mooi kon dichten. MaarMaar ga nu eerstmaar lekker slapenschat,' Ze gaf haar dochter een kus. 'Weltrusten, meisje.' De volgende dag kwam de koning thuis van een lange reis. Hij beocht vaak de dorpen en steden in zijn koninkrijk en hij had nu een bezoek gebracht aan een hvenstad. Een oude zeeman had hem daar een bijzonderen vogel geschonken: een papagaai.
De prinses was in de kasteeltuin aan het spelen toen haar moeder haar kwam halen. 'Kom eens kijken wat een mooie vogelje vader heeft meegebrach!' In de troonzaal zat de papagaai op een stok. 'Wat een prachtige veren,' zei de prinses. Vol bewondering keek ze naar de kleurige vogel met zijn kromme snaval. 'Dat is nog niet alles,' zei haar vader. 'Het bijzondere is dat hij kan praten. Tenminste, dat heeft die zeeman mij verteld. Als wij iets zeggen, zegt hij het misschien wel na,'Dag lieve papagaai,' zei de koningin. De papagaai zei niets, maar de prinses zei: 'Dag lieve papagaai.' 'Zeg eens wat,' zei de koning. 'Zeg eens wat,' zei de prinses en de papagaai hield weer zijn mond. 'Kun je wel praten?' vroeg de koningin. 'Kun je wel praten?' vroeg de prinses. 'Wil je een kopje thee?' probeerde de koning. 'Wil je een kopje thee?' aapte de prinses haar vader na. 'Zou je snavel vast zitten?' 'Zou je snavel vast zitten?' En zo ging het maar door. De papagaai zei geen stom woord, maar de prinses had er wel lol in. Ze herhaalde steeds maar weer alles wat haar ouders zeiden. 's Avonds aan tafel had de koning er schoon genoeg van: 'Het is zo wel leuk geweest, meisje. Houd er nu maar weer mee op.'
'Eet je aardappeltjes en houd je mond!'
'Eet je aardappeltjes en houd je mond!'
'Genoeg'
'Genoeg'
De koningin bracht het stoute prinsesje maar snel naar haar kamer voordat de koning écht heel boos zou worden. De volgende ochtend speelde de prinses in de paleistuin. De oude tuinman was de rozen aan het snoeien. Hij liep een beetje mank en had een krommen rug. De prinses deed hem precies na. Ze hield haar rug ook krom en ging ook langzaam strompelen.
'Dag prinses,' zei de tuinman vriendelijk. 'Probeer je mij na te doen?' De prinses antwoordde hem met precies dezelfde woorden en deed ook zijn oude kraakstem na. 'Wat is dat nou voor raar spelletje?' zei de tuinman boos. 'Wat is dat nou voor een raar spelletje? zei de prinses en ze keek er ook boos bij. Zo ging het maar door. Iedereen op het katseel werd door haar nagedaan en voor de gek gehouden. Er kwamen heel wat lakeien en hofdames klagen bij de koning en de koningin. Ze waren allemaal door de prinses nageaapt. De prinses had niet door dat ij de enige was die het grapje nog leuk vond. 'Het zal wel overgaan,' dacht de koning, maar dat was niet zo. Na een week had de papagaai nog geen woord gesproken, terwijl het prinsesje niet kon ophouden alles en iedereen na te zeggen. Ze mocht van haar ouders haar mond niet meer opendoen, maar helaas... ze kon het niet laten. Ales iemand iets zei de prinses het na. Haar ouders hadden daar zó genoeg van, dat ze niet meer wisten wat ze moesten doen. Eerst kreeg de prinses geen toetje meer na het eten. Daarna moest ze een hele dag voor straf op haar kamer blijven. En toen ze het echt te bont had gemaakt, pakte haar vader zelfs haar liefste pop af. Dat vond het prinsesje wel heel erg. Maar ze kon er niets aan doen: ze móést iedereen napraten. 'Misschien ligt het aan die vogel,' zei de koning wanhopig. Hij gaf een lakei de opdracht de papagaai los te laten, maar ook dat hielp niets. De koning en de koningin riepen ten einde raad hulp in van de beste dokter van het land. Dat was een heel geleerde man met een beetje een raar stemmetje. Hij werd naar de prinses gebracht en zei: 'We zullen eens kijken...' 'We zullen eens kijken...' zei de prinses, terwijl ze ook het rare stemmetje van de dokter nadeed. De dokter keek verbaasd. Het prinsesje ook.
'Vreemd.' zei de dokter.
'Vreemd,' zei de prinses en zo ging het maar door.
De dokter wist het ook niet meer: 'Majesteit, hier schiet mijn kennis tekort. Wie weet moet ze er eens tussenuit. Laat haar maar eens een lekker lange wandeling maken in het bos, of zo' De prinses stak nog even haar hoofd om het hoekje: 'Of zo!' lachte ze, want de rest had ze niet verstaan. Na het middageten zwaaide de koningin haar dochter uit. 'Maak maar eens een flinke wandeling door het bos, schat. Daar kun je tenminste niemand nadoen. Maar ga niet te ver, hé? En op tijd thuis zijn!'
Het prinsesje herhaalde alle woorden van haar moeder en huppelde daarna het bos in. Ze had net een paar dagen voor straf op haar kamer moeten blijven, dus ze was blij dat ze nu buiten in de zon liep. Op een bospad kam ze een heel oud vrouwtje tegen. De vrouw had een rimpelig gezicht en een kromme rug en ze liep met een stok. 'Dag lief kind,' ze de vrouw en natuurlijk zei de prinses hetzelfde. Daarbij deed ze de vrouw precies na, met kromme rug en stok en al. 'Wat ben jij een stout meisje. Je lijkt wel een papagaai!' 'Toen de prinses ook dat had nagezegd, waarbij ze ook nog bibberende kraakstem van het oude vrouwtje nadeed, gebeurde er iets bijzonders. De vrouw zwaaide met haar stok en sprak een vreemde toverspreuk uit. Flits! Het volgende moment was de prinses veranderd in een papagaai. 'Dat krijg je ervan als je zo graag wilt papagaaien!' zei de oude vrouw, die in werkelijkheid een heks was. '...Als je zo graag wilt papagaaien!' riep de papegaai en vloog weg, terug naar het kasteel. De konig en de koningin keken verbaasd op toen de vogel door het open raam de troonzaal binnenfladderde. Hij daalde neer op de stok naast de troon.
'Wat krijgen we nou?' riep de koning.
'Wat krijgen we nou?' herhaalde de papegaai,
'Hé, deze kan het wel!' lachte de koningin.
'Hé, deze kan het wel!' zei de papegaai.
Dat vonde de koning en de koningin wel lollig. Alles wat ze zei de vogel perfect na. 'Ik weet niet waar hij nou zo plotseling vandaag komt, maar het is een leuk beest,' besloot de koning.
'Leuk beest,' zei de papegaai. Die avond was de stemming in het kasteel echter een stuk minder vrolijk. Het prinsesje was niet thuisgekomen van haar boswandeling. De koningin was in tranen. 'Als er maar niets ergs gebeurd is,' 'Kam het bos uit. We moeten haar vinden!'
Maar de prinses werd nergens gevonden. Binnen een paar dagen wisten alle mensen in het land dat de prinses werd vermist. Iedereen hielp mee zoeken. De koning loofde een hoge beloning uit voor degene die de prinses zou vinden, maar ook dat leverde niets op. Wat waren ze allemaal bedroefd!
Op een dag stond de koningin weer eens te treuren bij het portret van haar dochter, dat in de troonzaal hing. De papegaai zat naast haar op de stok.
De koningin snikte:
Dag mijn prinsesje, mijn dochtertje-klein
Voor eeuwig zul je mijn lieveling zijn
Toen zei de papegaai:
Dag koningin, mijn moedertje-fijn
Voor eeuwig zal ik jouw lieveling zijn
Op het moment dat de koningin die woorden hoorde, kreg ze tranen in haar ogen en een brok in haar keel. Ze keek naar de papegaai, toen naar het schilderij van haar dochter en weer naar de papegaai. 'Hoe... hoe weet jij...?' stamelde ze. Haar ogen werden groot van verbazing toen de vogel op slag veranderde in de prinses. De betovering was verbroken. Haar dochter was terug! 'Moeder!' snikte het meisje en ze vielen elkaar in de armen. O, wat waren ze blij! 'Mijn lieve, lieve dochter,' zei de koningin. 'We hebben je in het hele land gezocht, maar je was al die tijd gewoon bij ons...' De prinses herhaalde de woorden van haar moeder niet. Het napraten had ze voor eeuwig afgeleerd. En ze leefden nog lang en gelukkig.
©WonderWereldWeb 2004-2018